Schouderpijn bij ouder wordende vrouwen

door | okt 23, 2025 | Uncategorized | 0 Reacties

door Verdickt Wouter – Kinesist

Mijn gemiddelde patiënt is een vrouw in haar vijftigerjaren. Dat valt me meer en meer op tijdens mijn werk als kinesitherapeut. De vragen die ik me dan stel is: komen schouderklachten echt vaker voor bij vrouwen dan mannen? Komen schouderklachten écht vaker voor wanneer we ouder worden? Of heb ik gewoon zelf een verkeerde steekproef en zie ik patronen die er niet zijn?

Schouderpijn bij ouder wordende vrouwen: hoe zit dat?

Noem jij mij nu oud?

Laat me starten met excuses voor mensen die zich aangevallen voelen met bepaald woordgebruik. Het hebben over ouder worden is je begeven op dun ijs. Want wat is oud? Toen ikzelf nog een kind was, vond ik mensen in de dertig oud. Nu ik zelf in de dertig ben, noem ik mensen die met pensioen zijn (voorzichtig) oudere mensen. Wanneer ik zelf ooit boven de 60 word, spreek ik waarschijnlijk over 90-plussers als oude mensen. Kortom, welke leeftijd je ook hebt: je ouders zijn eigenlijk altijd oude mensen. (Love you, mom and dad)

Dus bij deze: je bent jong, zolang je je jong voelt. Spoiler alert: Dat jong gevoel is voor een deel een mindset, een deel trainbaar en een deel geluk hebben.

Komt schouderpijn veel voor?

Schouderpijn is een veelvoorkomend probleem. De cijfers variëren, maar er lijkt wat een trend te zijn dat 15 à 20% van de bevolking last van de schouder heeft. De cijfers stijgen met een stijgende leeftijd. Bij de eerstelijnszorg (in België dus de huisartsen) zouden 2 tot 5% van de dagelijkse consulten te maken hebben met schouderklachten.

Dat zijn hoge cijfers, maar geen belachelijk hoge cijfers. Is het dan een “first world problem”? Misschien wel. Letterlijk. Want schouderklachten worden vaker gerapporteerd in “hoge inkom-landen”.

Klachten rond de schouder uiten zich meer dan alleen maar in de vorm van pijn. Het manifesteert zich vaak door een combinatie van symptomen die de dagelijkse functionaliteit sterk beïnvloeden:

    • Verminderde bewegingsvrijheid: Zowel actieve als passieve bewegingen zoals het heffen van de arm zijn vaak beperkt.
    • Verminderde kracht: Schouderpijn gaat vaak gepaard met krachtverlies.
    • Moeite met dagelijkse taken: Denk aan simpele dingen als een jas aantrekken, iets van een hoge plank pakken of slapen op de aangedane zijde.

Komen schouderklachten meer voor bij ouder worden?

Ja.

Leeftijd is een van de sterkste factoren die geassocieerd worden met schouderklachten.

    • Rotatorcuff scheuren worden beschouwd als een “ziekte van het ouder worden”. De incidentie neemt exponentieel toe met de leeftijd. De prevalentie van rotatorcuff scheuren stijgt van ongeveer 10% bij mensen ouder dan 20 jaar naar meer dan 50% bij mensen ouder dan 80 jaar. Hier hoort wel een gigantisch belangrijke kanttekening bij: Die scheuren kunnen ook in een schouder zitten waar je geen last in hebt. Symptomatische scheuren uiten zich door pijn en krachtverlies bij heffen boven schouderhoogte of rotaties (denk aan het aandoen van een bh, het grijpen van je gordel, …)
    • Ook voor schouderartrose (osteoarthritis) is leeftijd de belangrijkste bepalende factor voor zowel de radiologische veranderingen als de pijn die patiënten ervaren.
    • Ook de frozen shoulder kent zijn piek tussen de 40 en 65 jaar. Frozen Shoulder kenmerkt zich door een progressieve toename van pijn en beperking, zowel actief als passief. Frozen Shoulder evolueert gemiddeld gunstig door de tijd. Lees meer daarover in een eerdere blog.

Interessant is dat niet alle aspecten van de schouderfunctie achteruitgaan met de leeftijd. Een studie vond bijvoorbeeld geen leeftijdsgerelateerde achteruitgang in het gewrichtspositiegevoel (proprioceptie) bij gezonde, asymptomatische schouders.

Komen schouderklachten uiteindelijk ook vaker voor bij oudere vrouwen?

Ook hier: ja.

Vrouwen van middelbare leeftijd (nog zo’n stevige term) blijken over het algemeen vatbaarder te zijn voor musculoskeletale pijn. Dit uit zich ook in de schouderregio, waar de wereldwijde prevalentie hoger is bij vrouwen dan mannen.

De verklaring waarom is nog niet helemaal duidelijk. Mogelijk dragen de gemiddeld lagere spierkracht, de andere (en veranderende) hormonen, gewrichtslaxiteit of nog andere zaken onderliggend bij. Zaken zoals diabetes of problemen met de schildklier zouden ook in link worden gebracht met het ontwikkelen (of minder vlot afnemen) van klachten. De link tussen menopauze en schouderpijn is nog niet duidelijk bepaald, maar bij vrouwen van middelbare leeftijd wordt musculoskeletale pijn (inclusief schouderpijn) vaak geassocieerd met andere menopauzale symptomen zoals vermoeidheid, slaap- en geheugenproblemen.

 

Is schouderpijn voorspelbaar?

Ja en neen. Er zijn steeds bijdragende of onderhoudende factoren wanneer klachten ontstaan, maar er bestaat niet zoiets als een magische (negatieve) formule die schouderpijn voorspelt.

Laten we enkele belangrijke bijdragende factoren waar we ons wel bewust van kunnen zijn even opsommen:

    • Eerdere schouderpijn of trauma: Dit is een van de meest prominente voorspellers. Mensen met een geschiedenis van schoudertrauma of -pijn hebben een significant hogere kans om later opnieuw klachten te krijgen. Dit geldt zo voor veel letsels en blessures.
    • Osteoporose: Er is een associatie tussen osteoporose en de aanwezigheid van schouderpijn bij vrouwen van middelbare leeftijd.
    • Nekklachten en uitstraling: Problemen ter hoogte van de nek gaan vaak hand in hand met last rond de schouder. Het is daar soms zoeken naar de kip en het ei.
    • Menopauzale status: De overgang naar de menopauze en het aantal jaren sinds de laatste menstruatie zijn geassocieerd met musculoskeletale pijn.
    • Leefstijlfactoren: Een hoger BMI, roken (zie vorige blog), een hoge bloeddruk en diabetes zijn zaken die vaak geassocieerd zijn met schouderpijn.

    Als je het kan voorspellen, kan je het vermijden?

    Neen. Of toch nog niet.

    Op dit moment weten we nog te weinig hoe klachten exact ontstaan of toch waarom ze bij bepaalde mensen langer duren of intenser voelen.

    Echter is het nooit slecht om risicofactoren te minimaliseren en dus meer goede kaarten in je hand te hebben.

      • Vroege identificatie van risicofactoren: Door risicofactoren zoals osteoporose, eerdere trauma’s of beginnende nekklachten te herkennen, kan men vroegtijdig ingrijpen om herhaling of verergering te voorkomen.
      • Leefstijlinterventies: Maatregelen zoals gewichtsbeheersing en regelmatige lichaamsbeweging, verminderen van alcohol en roken, geven je lichaam minder belasting en op die manier een verlaagd risico.
      • Voorkomen/vertraag van progressie van scheuren: Bij sommige scheuren kan een operatie aan de orde zijn. Door de tijd verouderen pezen sowieso. Echter is die evolutie niet noodzakelijk een predictor dat je last gaat krijgen. Zoals eerder gezegd zien we op beeldvorming sowieso meer scheuren wanneer we ouder worden. Echter heeft niet iedereen last van de schouder. Er moet dus een manier zijn om, ondanks de veranderde anatomie, toch klachtenvrij te zijn!

    Ik heb toch last van mijn schouder, wat kan er gebeuren?

    De behandeling hangt af van de oorzaak (of onderliggende bijdragers), ernst en het beloop van de klachten, maar ook van jouw voorkeur als persoon.

    Simpel gesteld zijn er drie hoofdwegen: niets doen, niet-invasief werken en invasief werken.

      • Niets doen: Er is altijd de optie om niets te doen, om af te wachten. “De klachten zijn vanzelf gekomen, ze gaan wel vanzelf overgaan”. Soms gaat deze stelling effectief op. Alleszins is dit de meest goedkope benadering.
      • Niet-invasieve behandeling: Er wordt vaak gesproken van “conservatief” beleid. Echter vind ik persoonlijk die term wat klinken alsof het de brave, seutige en softe variant is. Echter zou dit vaak dé eerste stap en keuze moeten zijn. Onder niet invasieve behandeling zien we:
        • Oefentherapie: Dit is de hoeksteen van deze aanpak en is bewezen effectief voor het verminderen van pijn en het verbeteren van functie bij rotatorcuff tendinopathie. Doelen zijn het verminderen van pijn en het verbeteren van kracht en bewegingsvrijheid.
        • Leefstijladvies (maar ook aanpassing): Voor de bijdragende risicofactoren zijn aanpassingen in levensstijl soms aangewezen. Ben je voldoende fysiek actief? Heb je genoeg mentale uitlaatklep? Heb je een kwalitatieve slaap? Ben je nog aan het roken? Drink je misschien toch een glas te veel? Eet je toch veel zaken die bij kunnen dragen aan (laaggradige-)ontsteking? Veel van die zaken zijn met kleine stappen op lange termijn best effectief!
        • Medicatie: Dit is altijd te bespreken met je arts, maar pijnstilling kan je bij sommige zaken toch al op z’n minst een goede nachtrust geven.
      • Invasieve behandeling: Bij specifieke indicaties kan er op snelle termijn voor een operatie worden gekozen. Ook bij het uitblijven van het gewenst effect van initiële aanpak, kan operatie een optie zijn. Vergeet niet: ook na een operatie dien je door een revalidatie te gaan. Een operatie is dus zeker niet een quick fix. Laat je dus goed informeren door je orthopedisch specialist.
        • Rotator Cuff Repair (RCR): Dit is een veelvoorkomende operatie. Hoewel er discussie is over de beste aanpak voor ouderen, is er een groeiende trend om RCR ook bij oudere populaties aan te bieden. We zien in de praktijk ook wel patiënten die na hun revalidatie een heel gunstig resultaat hebben.
        • Totale Schouderprothese (TSA): Bij eindstadium artrose is een schouderprothese een effectieve procedure om pijn te verlichten en functie te herstellen. Leeftijd en pijnintensiteit zijn belangrijke parameters bij de besluitvorming voor een TSA.
        • … Er zijn nog veel andere operaties mogelijk. Deze pistes bespreek je best met je orthopedisch specialist.

    Het effect van een revalidatie en/of operatie steunt voor mij op 4 pijlers:

    1. Wat is de situatie vooraf? Hoe intens is een mogelijk letsel, maar vooral ook hoe gezond is je lichaam voor de rest?
    2. Hoe is de ingreep verlopen maar ook hoe is je band/communicatie met de orthopedisch specialist.
    3. Wat is er gebeurd in de revalidatie? Is er voldoende gewerkt op zwakke schakels? Heb je zelf voldoende werk geleverd? Maar ook: hoe is je band/communicatie met de behandelende kinesitherapeut.
    4. Wie ben je zelf? Wat is je drive? Waarmee ben je tevreden? Wat wil je zelf?

    De keuze tussen operatief en niet-operatief beleid ligt dus moeilijk en is een keuze die situatie per situatie moet bekeken worden.

    Zie de fleur van het leven

    Mensen die met mij babbelen, hebben me mogelijk over heel veel leeftijden al horen zeggen: dat is in de fleur van het leven. Het is een leuze die ik mezelf ook dien voor te houden, maar die ik vooral ook aan mensen wil meegeven. Elke fase van het leven heeft heel veel voordelen en hier en daar ook nadelen. Met verouderen kunnen we niet altijd meer wat we konden toen we jong waren, maar we weten misschien wel meer of hebben meer rust gevonden in zaken. We zien er met het ouder worden ook niet meer uit zoals vroeger.

    Kijk maar naar de klasfoto’s van de afstudeerders van het laatste middelbaar. Daar staan niet veel mensen op met een kalende coupe. Ook zullen daar niet veel mensen op die foto staan met rimpels. (behalve dan de oude leerkracht 😉 ). Wanneer we echter kijken naar de reüniefoto’s 40 jaar na het afstuderen, is de kans beduidend hoger dat er toch wel eens een kale knikker op de foto staat. Die kale knikker hoeft echter geen pijn te doen. Dat is net hetzelfde als de foto’s van de binnenkant van ons lichaam. Die zullen ook veranderen en tekenen van ouderdom tonen, maar die ouderdom hoeft geen pijn te doen!

    Bronnen

    1. Davis, D. L. (2023). Shoulder Dysfunction and Mobility Limitation in Aging. Advanced Geriatric Medicine and Research.
    2. Davis, D. L., Almardawi, R., Beamer, B. A., Ryan, A. S., & Terrin, M. L. (2023). Shoulder pain, health-related quality of life and physical function in community-dwelling older adults. Frontiers in Aging.
    3. Fahy, K., Galvin, R., Lewis, J., & Mc Creesh, K. (2022). Exercise as effective as surgery in improving quality of life, disability, and pain for large to massive rotator cuff tears: A systematic review & meta-analysis. Musculoskeletal Science and Practice.
    4. Falkingham, J., Evandrou, M., Qin, M., & Vlachantoni, A. (2021). Chinese women’s health and wellbeing in middle life: Unpacking the influence of menopause, lifestyle activities and social participation. Maturitas.
    5. Geurkink, T. H., Overbeek, C. L., Marang-van de Mheen, P. J., Nagels, J., Nelissen, R. G. H. H., & de Groot, J. H. (2023). Ageing and joint position sense of the asymptomatic shoulder: An observational study. Journal of Electromyography and Kinesiology.
    6. Keener, J. D., Patterson, B. M., Orvets, N., & Chamberlain, A. M. (2019). Degenerative Rotator Cuff Tears: Refining Surgical Indications Based on Natural History Data. Journal of the American Academy of Orthopaedic Surgeons.
    7. Khosravi, F., Amiri, Z., Akhavan Masouleh, N., et al. (2019). Shoulder pain prevalence and risk factors in middle-aged women: A cross-sectional study. Journal of Bodywork & Movement Therapies.
    8. Kjær, B. H., Cools, A. M., Johannsen, F. E., et al. (2024). To allow or avoid pain during shoulder rehabilitation exercises for patients with chronic rotator cuff tendinopathy-Study protocol for a randomized controlled trial (the PASE trial). Trials.
    9. Lucas, J., van Doorn, P., Hegedus, E., Lewis, J., & van der Windt, D. (2022). A systematic review of the global prevalence and incidence of shoulder pain. BMC Musculoskeletal Disorders.
    10. Märtens, N., März, V., Bertrand, J., Lohmann, C. H., & Berth, A. (2022). Radiological changes in shoulder osteoarthritis and pain sensation correlate with patients’ age. Journal of Orthopaedic Surgery and Research.
    11. Vervullens, S., Haenen, V., Meert, L., et al. (2022). Personal influencing factors for pressure pain threshold in healthy people: A systematic review and meta-analysis. Neuroscience and Biobehavioral Reviews.
    12. Watt, F. E. (2018). Musculoskeletal pain and menopause. Post Reproductive Health.

    Wie is Wouter Verdickt?

    Liesa

    Wouter Verdickt studeerde in 2014 af als kinesitherapeut aan de KU Leuven. Hij combineerde zijn eerste jaren als therapeut met coaching in de zwemwereld. Nadat hij in andere praktijken werkte, richtte hij in 2017 richtte hij Bodypoint op. Bodypoint is een zorgpraktijk in Londerzeel waar verschillende disciplines mekaar ontmoeten. Wouter verdiepte zich de afgelopen jaren in klachten rond het schoudergewricht. Hij is mede-voorzitter van het Schoudernetwerk Vlaanderen.

    Wanneer je hem niet in de praktijk vindt, kan je Wouter terugvinden met loopschoenen of in de Crossfit. Die liefde voor krachttraining en lopen probeert hij met patiënten en klanten te delen.

    Meer weten over Wouter?

    Maak een afspraak met Wouter!